Werking
Het OxzeRo® element bestaat uit een meanderende watervoerende kunststof PE-RT buis (buitendiameter van 10 mm en wanddikte 1,3 mm) die over de gehele lengte is ingeklemd in een speciaal ontworpen aluminium warmtegeleidingsprofiel. De productie van het OxzeRo® klimaatelement en het verlijmen ervan in de panelen vindt plaats in een volledig geautomatiseerde productiestraat in eigen productiefaciliteit waardoor een continue kwaliteit is gewaarborgd. Tijdens het verwarmen wordt door het OxzeRo® klimaatpaneel de warmte hoofdzakelijk door straling afgegeven aan de ruimte. Bij koelen wordt de warmte uit de ruimte aan het plafondpaneel afgegeven en daarmee aan de ruimte onttrokken. De toelaatbare werkdruk bedraagt ongeveer 6 bar waardoor meerdere verdiepingen in hetzelfde circuit kunnen worden opgenomen.
Het OxzeRo® element heeft slechts een geringe waterinhoud en daarmee een kleine warmte-inhoud. Het OxzeRo® klimaatsysteem reageert daarom snel op temperatuurs- en/of debietwisselingen in de wateraanvoer. Dit maakt het OxzeRo® klimaatsysteem uitermate geschikt voor change-over systemen.
Zuurstofdiffusie
Met betrekking tot zuurstofdiffusie bij toepassing van kunststof buizen en meerlagen buizen in installaties geldt de norm DIN 4726: 2008-10. In deze norm is aangegeven wat de maximale hoeveelheid zuurstofdiffusie per eenheid (m² buiswand of per m lengte buis) mag zijn om de buis “zuurstofdiffusiedicht” te mogen noemen. Afhankelijk van de hoeveelheid toepaste buis(-wand) in de installatie kunnen systemen met kunststof buis die zuurstofdiffusiedicht zijn conform de norm DIN 4726 alsnog zuurstofrijk water bevatten.
De ontwikkeling van het OxzeRo® klimaatsysteem heeft zich daarom toegespitst op het leveren van een hoge koel- en verwarmingscapaciteit met een minimale hoeveelheid kunststof buis. De ongunstige warmtegeleidende eigenschappen van de kunststof buis worden met het OxzeRo® klimaatsysteem gecompenseerd door zowel het warmte uitwisselende oppervlak van de buiswand als het contactoppervlak met het metalen paneel te vergroten. Dit wordt gerealiseerd door de kunststof buis voor 2/3 deel in te klemmen in aluminium warmtegeleidingsprofielen en deze 40 mm brede aluminium profielen te verlijmen in de plafondpanelen. Door de uitstekende warmtegeleiding van aluminium en de toegepaste lijmverbinding is er sprake van een uitstekende warmteoverdracht van de kunststof buis naar het plafondpaneel en kan de hoeveelheid buis met 75% worden gereduceerd.
De unieke combinatie van de toepaste zuurstofdiffusiedichte PE-RT-buis (volgens DIN 4726), de relatief geringe hoeveelheid kunststof buis en de 100% zuurstofdiffusiedichte RIXc (PE-Xc/AL/PE-Xc) verdeelleidingen zorgt ervoor dat voor OxzeRo® klimaatsysteem een hydraulische scheiding en het toepassen van corrosiebestendige materialen niet noodzakelijk is. Afhankelijk van de zuurstofdiffusiedichtheid van elders in het circuit toepaste materialen kan het echter nodig zijn om leidingen en hierin opgenomen componenten toe te passen die geschikt zijn voor min of meer zuurstofrijk water. Hiermee is een probleemloze werking gewaarborgd.
Technische specificaties
Capaciteit
Aan de hand van externe factoren, zoals zoninstraling, transmissiegegevens van ramen, wanden en daken en interne factoren zoals warmte ontwikkeling door onder andere personen, elektrische apparatuur en verlichting, zal bij het ontwerp van de klimaatinstallatie per ruimte het benodigde koel- of verwarmingsvermogen worden bepaald. Tevens bepaalt de ontwerpende partij de uitgangspunten voor het na te streven comfort. Aan de hand van de ontwerp¬uitgangspunten bepaalt Inteco hoeveel OxzeRo® klimaatelementen er in het plafond dienen te worden opgenomen, ofwel wat de beleggingsgraad dient te zijn. De beleggings- of activeringsgraad is het procentuele aandeel van de watervoerende delen op het bruto plafondoppervlak. Door de optimale warmte uitwisseling en het grote warmte uitwisselend oppervlak zijn capaciteiten van ca. 74 W/m² (bij ?T = 8K) te behalen.
Drukverliezen
In de uitvoeringsfase van een project wordt per aansluitpunt van het klimaatplafond het drukverlies berekend. Hierbij zijn de volgende gegevens van belang:
- Het watertraject en ontwerp ruimtetemperatuur.
- De afmetingen van de klimaatelementen.
- De hydraulische schakelingen van de klimaatelementen (serie / parallel) Met het ontwerp van de serie-/parallelschakelingen wordt er naar gestreefd om het drukverlies op de aansluitpunten te variëren tussen 5 en 40 kPa.
OxzeRo® klimaatelementen
- Geleidingsprofielen: Aluminium 40 mm breed Meander: PE-RT buis ø 10 x 1,3 mm, in geleidingsprofiel geperst.
- Bevestiging: Verlijmd in het plafondpaneel. Aansluiting series: PE-RT buis verbindingsslangen i.c.m. snelkoppelingen.
Verdeelleidingen
- Materiaal (mm): kunststof RIXc (PE-Xc/AL/PE-Xc) ø 20 x 2.
- Aftakkingen: ø 10 mm, geschikt voor bevestiging van John Guest snelkoppelingen.
- Beëindiging: glad uiteinde.
- Bevestiging: kunststof leidingbeugels.
Hydraulische gegevens (koel- en verwarmingsbedrijf)
- Waterkwaliteit: Voor het OxzeRo®-klimaatsysteem en voor de door Inteco toegepaste materialen is geen waterbehandeling nodig.
- Werkdruk: Maximale werkdruk bedraagt 6 bar. Drukverlies en debiet: Tussen 5 en 40 kPa, debiet afhankelijk van de balans van de serieschakelingen.
Akoestische prestaties
- Geluidsabsorptie : Bij een geperforeerd paneel met ingelijmd akoestisch vlies bedraagt de NRC-waarde tenminste 0,70 over het geperforeerde oppervlak, afhankelijk van plenumhoogte;
- Geluidsabsorptie : Bij een geperforeerd paneel met mineraalwoldeken, densiteit 35 kg/m³ en 35 mm dik, bedraagt de NRC-waarde tenminste 0,90 over het geperforeerde oppervlak, afhankelijk van plenumhoogte;
- Geluidsisolatie (optie) : Geluidsisolatiewaarde van een geheel gesloten plafond bedraagt ca. 51 dB. Bij toepassing van de gipskartonplaat wordt de NRC-waarde ca. 0,75 over het geperforeerde oppervlak.
Hoofdinstallatie en regeling
Besturing klimaatsysteem
Capaciteitsregeling
De koel- / verwarmingscapaciteit van het plafond zijn per regelzone instelbaar. De regelzone betreft dat gedeelte van het plafond, dat eenzelfde aansturing krijgt voor de te leveren capaciteit. De regeling kan het gehele gebouw betreffen, een bouwdeel (bv noord-/zuidzijde), een ruimte of zelfs een stramien voor optimale flexibiliteit. De aansturing kan naar keuze geschieden door een opnemer in de ruimte of centraal, via het gebouwbeheersysteem.
Regeling via volumestroom variabele methode
Bij deze regelmethode wordt uitgegaan van een constante watertoevoertemperatuur. De ruimtetemperatuur wordt geregeld door het al dan niet smoren of afsluiten van de watertoevoer middels een twee-, drie- of zeswegklep.
Regeling via temperatuurvariabele methode
Bij deze regelmethode wordt uitgegaan van een constant waterdebiet. De ruimtetemperatuur wordt geregeld door de watertoevoertemperatuur te variëren, centraal gestuurd vanuit het gebouwbeheerssysteem.
Dauwpuntbeveiliging
Centrale dauwpuntbeveiliging
Aan de hand van verschillende parameters, zoals de dauwpunttemperatuur van de buitenlucht, de retourlucht of de lucht die in een referentieruimte wordt gemeten, wordt de wateraanvoertemperatuur centraal geregeld vanuit het gebouwbeheerssysteem.
Passieve dauwpuntbewaking
Een dauwpuntvoeler, gemonteerd in het plafond, detecteert mogelijke condensatie in het voorstadium; de regelkleppen sluiten hierbij de watertoevoer voor de betreffende regelzone. Indien het gebouw is voorzien van te openen ramen, worden de dauwpuntvoelers vaak gecombineerd met raamcontacten.
Actieve dauwpuntbewaking
Een ruimteregelaar berekent continu het dauwpunt per regelzone vanuit de relatieve vochtigheid en de ruimtetemperatuur. Zo wordt per regelzone de wateraanvoer temperatuur gevarieerd, waardoor er geen condensatie optreedt. Deze wateraanvoertemperatuur kan bijvoorbeeld worden gedifferentieerd door een bijmengschakeling tussen retour en aanvoer van de desbetreffende ruimte. Dit type bewaking maakt per regelzone een extra pomp noodzakelijk. Actieve dauwpuntbewaking wordt vaak gecombineerd met centrale bewaking, waarbij alleen de kritische ruimtes actief worden geregeld.
Structuur klimaatsysteem
Het koelen en verwarmen kan op de volgende manier worden gerealiseerd:
Door middel van een volledig gescheiden systeem voor GKW- en CV-water
- Separate elementen
Bij het energetisch gunstige, hydraulisch volledig gescheiden systeem worden voor koelen en verwarmen verschillende panelen gebruikt. Het ene paneel wordt aangesloten op het koelcircuit en het andere op het verwarmingscircuit. Dit systeem is goed toepasbaar in gebouwen waar wat lagere capaciteiten worden gevraagd. - Combi elementen
Een goed alternatief vormt de MeandRo combi elementen, waarbij speciale koel- en verwarmingsmeanders in elkaar worden gevlochten tot één element. De koel- en verwarmingsbuisjes liggen dan om en om. Elk actief paneel kan dus zowel koelen als verwarmen. Dit maakt de combi elementen met name geschikt voor kantoren waar hogere capaciteiten worden gevraagd.
Door middel van change over systeem
- 2-pijps systeem
Het hele leidingsysteem en de klimaatelementen worden hierbij doorstroomd met koud water bij koelen, warm water bij verwarming of met een mengstroom tijdens een change over periode (overgang tussen koelen en verwarmen of vice versa). Bij dit systeem moet gedurende de lange change-over periode veel water opgewarmd worden tot verwarmingstemperatuur en andersom, het geen energie kost. Dit installatietechnisch eenvoudige systeem is derhalve vooral geschikt voor kleinere circuits. - 3-pijps systeem
Bij dit systeem zijn de- hoofdleidingen voor koud- en warmwateraanvoer gescheiden tot net voor het klimaatplafond in de ruimte. Daar worden de beide leidingen verenigd middels een in de gang geplaatste driewegklep. De verdeelleidingen, klimaatelementen en retourleidingen zijn gemeenschappelijk. Met dit concept is de reactiesnelheid hoog en wordt de change-over periode bekort, terwijl er veel minder water opgewarmd dan wel afgekoeld behoeft te worden. - 4-pijps systeem
Bij dit systeem is sprake van een dubbele aanvoer en retour. Alleen bij het klimaatplafond zijn deze gemeenschappelijk. Net als bij het 3-pijps systeem worden de twee aanvoeren samengevoegd ter plaatse van de drieweg- of zeswegklep. In dit geval wordt echter ook de retour gescheiden door middel van een gelijksoortige drieweg- of zeswegklep. Het 4-pijps systeem combineert een hoge reactiesnelheid met een korte change over periode waarbij energie vernietiging nauwelijks een rol speelt.
Ontluchting
Voor het ontluchten van het klimaatplafond heeft Inteco een ontluchtingsprotocol opgesteld. Tijdens de uitvoering van het project wordt dit met de bouwpartners doorgenomen om het klimaatplafond op de juiste wijze te kunnen ontluchten. Na alle voorbereidende werkzaamheden (vullen, etc.) dient met de voorgeschreven flow op conventionele wijze per sectie ontlucht te worden. Omdat de inwendige diameters van de klimaatelementen en de flexibele slangen relatief klein is bestaat er bij voldoende waterflow geen gevaar dat er in omhoog staande elementen of slangen lucht achterblijft. Luchtbellen worden door de waterstroom probleemloos voortgestuwd en uitgedreven. Voorwaarde is het ontluchten per sectie om voldoende flow in elke serieschakeling te kunnen garanderen. Dit kan bijvoorbeeld door centraal te ontluchten waarbij steeds slechts één sectie “open” staat. Daarna de volgende, etc..
Duurzaamheid, brandveiligheid & certificeringen
Productie en milieu
De productie van alle plafondproducten vindt plaats volgens de TAIM-norm (Technischer Arbeitskreis Industrieller Metalldeckenhersteller). Tijdens het fabricageproces van de klimaatelementen komt slechts in zeer geringe mate productieafval vrij en wordt het basismateriaal voor 100% benut. Tijdens soldeerwerkzaamheden voor het MeandRo element worden de vrijgekomen gassen nauwkeurig afgezogen en gefilterd volgens de strengste normen. Alle onderdelen van het plafond en het klimaatelement kunnen op een eenvoudige manier op materiaalsoort gescheiden worden en zijn te recyclen tot hoogwaardige grondstoffen. Het Inteco klimaatplafond is uitermate geschikt voor toepassing in projecten waar moet worden voldaan aan een certificering volgens bijv. BREEAM.
Brandveiligheid
Een veilig gevoel. Inteco adviseurs zijn vertrouwd met de eisen die internationaal worden gesteld op het gebied van brandwerendheid, ontvlambaarheid en brandstabiliteit. Ze weten als geen ander welke voorzieningen er nodig zijn om aan de eisen te voldoen. De producten en systemen van Inteco zijn getest volgens de EN 3694 norm op het gebied van brandgedrag.
Certificeringen
Inteco staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Vandaar vinden wij het belangrijk dat onze producten en processen voldoen aan de hoogste normen en certificeringen.
- Inteco is ISO 9001 en ISO 14001 gecertificeerd
- Onze mensen zijn VCA gecertificeerd
- De Inteco klimaatsystemen zijn getest conform de daarvoor geldende Europese normen, bijvoorbeeld; EN 14240 / EN 14037 / EN ISO 7730
- De Inteco plafondsystemen zijn CE-gemarkeerd, inclusief Reaction to Fire Classification (SBI-test)