Zijn er verschillende temperaturen waarop je PCM kan instellen of regelen?
Het PCM-materiaal kan niet ter plaatse worden ingesteld (ingeregeld), maar wordt per project of toepassing geconfigureerd. Door de verhouding van de zoutoplossing aan te passen, kan de temperatuur van de faseovergang worden geregeld. Hierbij passen we voornamelijk de volgende PCM-mixen toe voor de volgende toepassingen, waarbij de stelregel is dat de temperatuur van het PCM-materiaal overeenkomt met de gewenste ruimte- of inblaastemperatuur.
• PCM 20; Toepassing in luchtbehandelingskasten.
Het materiaal heeft een smelt/stoltraject tussen de 17 °C en de 20 °C.
• PCM 23; Toepassing in klimaatplafonds voor kantoren, scholen of andere utiliteitsgebouwen met een maximale
ruimtetemperatuur van 25 graden. Het materiaal heeft een smelt/stoltraject tussen de 20,5 °C en de 23 °C.
• PCM 24; Toepassing in klimaatplafonds voor kantoren, scholen of andere utiliteitsgebouwen met een maximale
ruimtetemperatuur van 26 graden. Het materiaal heeft een smelt/stoltraject tussen de 20,5 °C en de 24 °C.
• PCM 26; Toepassing in PCM vloeren voor woningbouw. Het materiaal heeft een smelt/stoltraject tussen de 20,5 °C en de 26 °C.
Afwijkende temperaturen kunnen ook gemengd worden door ons, echter zijn bovenstaand typen meest gebruikelijk.